bruiken

荷兰语

词源

源自中古荷兰语 bruken，源自古荷兰语 *brūkan，源自原始日耳曼语 *brūkaną。与英语 brook、德语 brauchen同源。

发音

• 国际音标^(帮助)：/ˈbrœy̯kə(n)/

• 音频：

  (档案)

• 断字：brui‧ken
• 韵部：-œy̯kən

动词

bruiken

1. (及物，古旧) 使用，利用

屈折

bruiken的变位形式 (弱变化)
不定式	bruiken
过去式单数	bruikte
过去分词	gebruikt
不定式	bruiken
动名词	bruiken n
	现在式	过去式
第一人称单数	bruik	bruikte
第二人称单数（jij）	bruikt	bruikte
第二人称单数（u）	bruikt	bruikte
第二人称单数（gij）	bruikt	bruikte
第三人称单数	bruikt	bruikte
复数	bruiken	bruikten
虚拟式单数1	bruike	bruikte
虚拟式复数1	bruiken	bruikten
命令式单数	bruik
命令式复数1	bruikt
分词	bruikend	gebruikt
1)古体。

衍生词汇

• bruikbaar
• bruikleen
• gebruiken
• misbruiken
• verbruiken